Papier plaatsen
Papier in lade 1-5 plaatsen
De systeembeheerder kan lade 1–5 instellen op Volledig instelbaar of Vastgesteld. Als een lade wordt geopend of gesloten, verschijnen de papierinstellingen op het bedieningspaneel.
Als een papierlade is ingesteld op Volledig instelbaar, kunt u papierinstellingen wijzigen telkens als u papier in de lade plaatst. Als een papierlade is ingesteld op één papierformaat, wordt u via het bedieningspaneel gevraagd om papier van een specifiek formaat en een specifieke kleur en soort te plaatsen.
Als de laden zijn geconfigureerd als Volledig aanpasbaar, kunt u de papierinstellingen bevestigen of wijzigen. Het formaat van het geplaatste papier wordt automatisch vastgesteld door de papiergeleiders.
Als de laden zijn geconfigureerd als Vastgesteld, verschijnen de papierinstellingen voor de lade op het bedieningspaneel. Er verschijnt een waarschuwingsbericht op het bedieningspaneel als het verkeerde papierformaat in lade is geplaatst of als de papiergeleiders verkeerd zijn afgesteld.
Opmerking:Alleen de systeembeheerder kan de papierinstellingen voor een vastgestelde lade wijzigen. Voor meer informatie over het configureren van lade-instellingen raadpleegt u Instellingen papierlade configureren.
Als het papier in een lade bijna of helemaal op is, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om papier te plaatsen in laden 1 - 5:
Lade 1: Standaardlade voor 550 vel met een geïntegreerde handmatige invoer voor 100 vel. Voor meer informatie over het plaatsen van papier in de handmatige invoer raadpleegt u Papier in de handmatige invoer plaatsen.
Lade 2 - 5: Optionele lade voor 550 vel
1. Trek de lade naar buiten tot deze stopt.
De lade naar buiten trekken
2. Verwijder alle papier van een ander formaat of een andere soort.
3. Om de lengte- of breedtegeleiders van het papier uit te schuiven, knijpt u de geleidervergrendelingen in en schuift u de lengte- of breedtegeleiders van het papier vervolgens uit.
Legt de procedure uit voor het aanpassen van de lengte- en breedtegeleiders van het papier.
4. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hiermee scheidt u vellen die aan elkaar plakken, en wordt de kans op papierstoringen verkleind.
De randen van de stapel vellen uitlijnen.
*WAARSCHUWING: Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden papierstoringen voorkomen en loopt het papier niet vast.
5. Plaats het papier in de lade. Voor invoer met de korte kant eerst plaatst u briefhoofdpapier en voorbedrukt papier met de beeldzijde omlaag en met de bovenrand naar de voorkant.
Weergave van het papier in de lade plaatsen.
Invoer met de lange kant eerst is de aanbevolen richting voor A5-papier (148 x 210 mm, 5,8 x 8,3 inch).
*WAARSCHUWING: Het papier mag niet boven de maximale vullijn uitkomen. Als de lade te vol zit, kunnen er papierstoringen optreden.
6. Pas de lengte en de breedte van de papiergeleiders aan om het papier te laten passen. Knijp de geleidervergrendelingen in en schuif de papiergeleiders naar binnen totdat ze het papier raken.
Legt de procedure uit voor het aanpassen van de lengte- en breedtegeleiders van het papier.
7. Schuif de lade terug in de printer.
De lade schuiven
8. Selecteer op het bedieningspaneel het juiste papierformaat en de juiste papiersoort en -kleur.
Als er briefhoofdpapier in de printer is geplaatst, selecteert u Briefhoofdpapier als papiersoort.
Als er voorbedrukt papier in de printer is geplaatst, selecteert u Voorbedrukt als papiersoort.
9. Selecteer Bevestigen om de instellingen te bevestigen.
Opmerking:Als u de papierinstellingen wilt wijzigen terwijl de lade is ingesteld op de modus Vastgesteld, raadpleegt u Speciale papierladen configureren.