Een aangepast papierformaat definiëren op het bedieningspaneel
U kunt papier van aangepast formaat afdrukken vanuit lade 1-3 en de handmatige invoer. Als lade 1–3 zijn ingesteld op Volledig instelbaar, kunt u vanuit lade 1–3 afdrukken op aangepast papierformaat. De handmatige invoer is altijd ingesteld op de modus Volledig instelbaar. Instellingen voor aangepaste papierformaten worden in de printerdriver opgeslagen, waarna u ze in al uw applicaties kunt selecteren.
Opmerking:Raadpleeg
Instellingen papierlade configureren voor het configureren van de lade-instellingen voor volledig instelbare laden of vastgestelde laden voor één papierformaat.
1. Open de papierlade en plaats het papier met aangepast formaat.
2. Sluit de lade.
3. Selecteer als u het nieuwe papierformaat wilt definiëren op het bedieningspaneel Formaat en dan Aangepast.
4. Voer in het scherm Aangepast papierformaat de hoogte en breedte van het nieuwe papierformaat in en selecteer dan OK.
5. Selecteer Bevestigen om de instellingen te bevestigen.