Papier in lade 1–3 plaatsen
De systeembeheerder kan lade 1–3 instellen op Volledig instelbaar of Vastgesteld. Als een lade wordt geopend of gesloten, verschijnen de papierinstellingen op het bedieningspaneel.
Als een papierlade is ingesteld op Volledig instelbaar, kunt u papierinstellingen wijzigen telkens als u papier in de lade plaatst. Als een papierlade is ingesteld op één papierformaat, wordt u via het bedieningspaneel gevraagd om papier van een specifiek formaat en een specifieke kleur en soort te plaatsen.
Als de laden zijn geconfigureerd als Volledig aanpasbaar, kunt u de papierinstellingen bevestigen of wijzigen.
Als de laden zijn geconfigureerd als Vastgesteld, verschijnen de papierinstellingen voor de lade op het bedieningspaneel.
Opmerking:Alleen de systeembeheerder kan de papierinstellingen voor een vastgestelde lade wijzigen. Voor meer informatie over het configureren van lade-instellingen raadpleegt u Instellingen papierlade configureren.
Als een lade leeg is, verschijnt er een melding onder op het bedieningspaneel.
Ga als volgt te werk om papier in lade 1–3 te plaatsen:
Lade 1: Standaardlade voor 250 vel
Lade 2: Optionele lade voor 550 vel met een geïntegreerde handmatige invoer voor 100 vel. Voor meer informatie over het plaatsen van papier in de handmatige invoer raadpleegt u Papier in de handmatige invoer plaatsen.
Lade 3: Optionele lade voor 550 vel
1. Trek de lade naar buiten tot deze stopt.
Open de lade.
2. Verwijder alle papier van een ander formaat of een andere soort.
3. Om de lengte- of breedtegeleiders van het papier uit te schuiven, knijpt u de geleidervergrendelingen in en schuift u de lengte- of breedtegeleiders van het papier vervolgens uit.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier instellen.
4. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. De randen van de stapel vellen uitlijnen.
De randen van de stapel vellen uitlijnen.
*WAARSCHUWING: Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden papierstoringen voorkomen en loopt het papier niet vast.
5. Plaats het papier in de lade. Invoer met de lange kant eerst is de aanbevolen richting voor A5-papier (148 x 210 mm, 5,8 x 8,3 inch).
*WAARSCHUWING: Het papier mag niet boven de maximale vullijn uitkomen. Als de lade te vol zit, kunnen er papierstoringen optreden.
Het papier in de lade plaatsen.
6. Stel de lengte en de breedte van de papiergeleiders in om het papier te laten passen. Knijp de geleidervergrendelingen in en schuif de papiergeleiders naar binnen totdat ze het papier raken.
De lengte- en breedtegeleiders van het papier instellen.
7. Schuif de lade terug in de printer.
De lade terugschuiven.
8. Selecteer op het bedieningspaneel het juiste papierformaat en de juiste papiersoort en -kleur.
9. Selecteer Bevestigen om de instellingen te bevestigen.
Opmerking:Als u de papierinstellingen wilt wijzigen terwijl de lade is ingesteld op de modus Vastgesteld, raadpleegt u Speciale papierladen configureren.