Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit een aanraakscherm en toetsen waarmee u de beschikbare functies op de printer kunt beheren. Het bedieningspaneel beschikt over de volgende functies:
Toont de huidige status van de printer.
Geeft toegang tot afdrukken, kopiëren en scannen.
Geeft toegang tot referentiemateriaal.
Geeft toegang tot de menu's Hulpprogramma's en Instellingen.
Geeft aan dat u papier moet plaatsen, verbruiksartikelen moet vervangen en papierstoringen moet oplossen.
Toont fouten en waarschuwingen.
Beschikt over de toets Aan/uit/activeren die wordt gebruikt om de printer in of uit te schakelen. Deze toets ondersteunt ook de energiespaarstanden en de toets knippert om de stroomstatus van de printer aan te duiden.
Bedieningspaneel met acht callouts. Callout 1, 2 en 3 aan de bovenzijde van het bedieningspaneel. Callout 4, 5 en 6 aan de rechterzijde van het bedieningspaneel. Callout 7 aan de onderzijde van het bedieningspaneel. Callout 8 op het display van het bedieningspaneel.
Item
Naam
Beschrijving
1
Toets Aanmelden
Door de toets Aanmelden op het aanraakscherm van het bedieningspaneel te selecteren, kunt u zich aanmelden en uzelf identificeren bij de printer. Meld u aan met uw gebruikersreferenties om toegang te krijgen tot printerfuncties. Als u uw gebruikersnaam of toegangscode niet weet, neemt u contact op met de systeembeheerder.
2
Toets Taal
Als u de toets Taal selecteert, kunt u de taal instellen die op het aanraakscherm van het bedieningspaneel verschijnt.
Opmerking:Deze optie is soms verborgen. Zie de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/VLC415docs voor meer informatie.
3
De toets Opnieuw instellen
Gebruik de toets Opnieuw instellen om alle apps terug te zetten op hun standaardinstellingen.
4
Toets Aan/uit/activeren
Deze toets dient voor verschillende stroomfuncties:
Wanneer de printer is uitgeschakeld, schakelt u de printer met het indrukken van deze toets in.
Wanneer de printer is ingeschakeld en u op deze toets drukt, verschijnt er een menu op het bedieningspaneel. Vanuit dit menu kunt u kiezen of u de slaapstand wilt inschakelen, de printer opnieuw wilt starten of de printer wilt uitschakelen.
Wanneer de printer is ingeschakeld, maar in de slaapstand staat, wordt de printer door op deze toets te drukken geactiveerd.
De toets knippert om de stroomstatus van de printer aan te duiden.
Als het lampje langzaam knippert, staat de printer in de slaapstand.
Als het lampje snel knippert, is de printer bezig met uitschakelen of ontwaken.
5
Toets Home
Deze toets biedt toegang tot het menu Home voor toegang tot printerfuncties, zoals kopiëren, scannen en faxen.
6
NFC-gebied
NFC (Near Field Communication) is een technologie waarmee apparaten binnen het netwerkbereik met elkaar kunnen communiceren. U kunt NFC gebruiken om een netwerkinterface te verkrijgen, de printer op uw mobiele apparaat toe te voegen, of om een TCP/IP-verbinding tot stand te brengen tussen uw apparaat en de printer.
7
Statuslampje
Dit lampje knippert blauw of oranje om de printerstatus aan te duiden.
Blauw:
Knippert een keer blauw voor verificatie van de toegangskaart wanneer er een vertraagde respons is van een externe server.
Opmerking:Sommige kaartlezers zijn niet compatibel met deze toepassing.
Knippert tweemaal langzaam blauw om aan te geven dat een opdracht is voltooid.
Knippert snel blauw terwijl de printer wordt ingeschakeld, of om aan te geven dat een AirPrint-functie Printer identificeren is gedetecteerd, indien van toepassing.
Oranje:
Knippert oranje om een fout of waarschuwing weer te geven, waarvoor uw aandacht of de aandacht van de systeembeheerder nodig is. Deze kleur kan bijvoorbeeld duiden op een gebrek aan toner, een papierstoring, of ontbrekend papier voor de huidige opdracht.
8
Aanraakscherm
Het scherm geeft informatie weer en geeft toegang tot de printerfuncties en apps, zoals kopiëren, scannen en faxen.