Afdrukopties selecteren voor een specifieke opdracht in Windows
Als u speciale afdrukopties voor een bepaalde opdracht wilt gebruiken, kunt u de voorkeursinstellingen wijzigen voordat u de opdracht naar de printer verzendt.
1. Open het document in uw softwareapplicatie en open de afdrukinstellingen. Voor de meeste softwareapplicaties in Windows klikt u op Bestand > Afdrukken of drukt u op CTRL+P voor Windows.
2. Als u het venster Afdrukvoorkeuren wilt openen, selecteert u de printer en klikt u op de toets Printereigenschappen, Afdrukopties of Voorkeuren. De titel van de toets kan variƫren afhankelijk van de applicatie.
3. Klik op een tabblad in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken en maak vervolgens uw selecties.
4. Sla uw selecties op en sluit het venster Afdrukvoorkeuren door op OK te klikken.
5. Als u de opdracht naar de printer wilt verzenden, klikt u op Afdrukken.